magazine

Online magazine Méér uit Mensen, oktober 2019

header mailchimp

Vanaf het moment dat ik als 18-jarige leiding gaf aan pupillen, binnen een judo-vereniging, heeft mij de vraag geboeid hoe je als leider mensen zo goed mogelijk in positie kunt brengen. Lees in dit magazine hoe Esther de Boeye vertelt over persoonlijk leiderschap en ontwikkeling.

kaft
voorpagina

Esther de Boeye over persoonlijk leiderschap en ontwikkeling

Vandaag ben ik op bezoek in Maastricht. Terwijl ik wacht op Esther (projectleider gemeente Maastricht) valt mijn oog op een bord aan de muur met het opschrift: ‘Leer van het verleden, leef in het heden en geloof in de toekomst’. Dit blijkt een rode draad te vormen in het proces dat Esther de afgelopen jaren heeft doorgemaakt.

Je hebt de afgelopen tijd flink geïnvesteerd in persoonlijk leiderschap.

Klopt, als ik terugblik, ben ik naar mezelf gaan kijken en heb mij een aantal vragen gesteld. Wat wil ik nou? Wat voel ik nou? Waar liggen mijn kwaliteiten? En waar liggen deze totaal niet? Wat geeft mij energie en wat geeft mij totaal geen energie? Ik kwam er achter dat mijn kernkwaliteiten liggen in het dienstbaar zijn aan anderen. Ik ben iemand die zorgzaam is. Iemand die non-verbaal gedrag heel goed kan herkennen en aanvoelt. Op de tweede plaats denk ik dat mijn managementstijl meer coachend en verbindend is dan iemand die eenheidsworsten creëert. Ik ben ook geen verandermanager. Ik ben een manager die in het team wil kijken welke competenties er aanwezig zijn. In mijn nieuwe functie als projectleider heb ik natuurlijk ook te maken met mensen die voor het resultaat moeten gaan. Daar probeer ik de verbindende factor te zijn. Mensen met elkaar in contact brengen, uiteindelijk naar één doel werken, kijkend naar de beste opties, de beste varianten. Ik vind ook dat je medewerkers volledig moet informeren. Als ik zo kan werken sta ik volledig in mijn kracht. Het kost mij weinig energie om te verbinden en met mensen om te gaan. Wat mij heel veel energie kost is oeverloos vergaderen over iets wat we al 10 keer hebben besproken. Daarnaast ben ik ook een resultaatmens. Natuurlijk een resultaat wat een toegevoegde waarde heeft voor de stad en haar inwoners.

Waar komt dit vandaan?

Dit komt voort uit mijn burn-out , die ik meegemaakt heb. Ik heb weer oog voor de kleine dingen, en haal daar positieve energie uit. Nu ik weer lekker in mijn vel zit, zou ik mettertijd een opleiding willen volgen op het gebied van sociologie of psychologie. Wat ik ook het afgelopen jaar heb gedaan, is bijles geven aan scholieren met biologie in het pakket. Dat heb ik met heel veel energie en plezier gedaan. Ik ben iemand die graag mensen helpt een stapje hoger te komen. En dan wel samen, niet alleen.

Als je terugkijkt op je carrière als leidinggevende, waar lekte dan de energie?

Het energielek zat niet in het aansturen van mensen en het kijken naar hun competenties. Het energielek zat in het feit dat je niet alleen maar kan managen. Je bent namelijk ook opdrachtgever van inhoudelijke zaken, waar ik met heel veel onderwerpen gewoon niets had. Die hadden voor mij geen toegevoegde waarde. Dat heeft te maken met mijn normen en waarden. We gingen bijvoorbeeld een nieuw gebouw plaatsen waarbij ik ging over ‘groen’. Vervolgens gingen mensen alleen sectoraal praten over waar die boom moest blijven staan. En dan niet overstijgend kunnen denken dat in die zelfde straat nog 28 bomen staan. Mijn energielek zat in het mensen meekrijgen in oplossingsgerichtheid. Het sectorale wat er speelt binnen gemeentes, het vasthouden aan je vakgebied en het niet breder kunnen kijken. Dat kostte mij bijzonder veel energie, omdat de verantwoordelijken de besluiten niet namen. Uiteindelijk moest ik de besluiten nemen en waren die mensen weer kwaad op mij. Waardoor uiteindelijk ook het bestuur ontevreden werd. Dat resulteerde in een gevoel voor mij dat het nooit goed genoeg was. Ik ben niet bang om besluiten te nemen, dat doe ik voortdurend. Waar in deze situatie het lek zat, was dat er besluiten genomen moesten worden waarbij niet duidelijk was welke voor-en nadelen er waren. Dan begeef ik me op glad ijs en dan word ik zenuwachtig.

En nu in je rol als projectleider?

Het voordeel van mijn huidige rol is dat ik zelf mensen kan uitzoeken. Wel in overleg. Bij voorkeur mensen die oplossingsgericht zijn. Uiteindelijk hebben we één gezamenlijk doel, het doel van het project. Als projectleider weet je alle ins en outs. Ik weet veel meer van dit kleine stukje werk. Dan kan ik ook betere besluiten maken. Kan ook beter uitleggen waarom. Tevens heb ik niet de verantwoordelijkheden van de manager. Het heeft ook met vrijheid te maken. Ik ben iemand die heel veel ruimte nodig heeft. Iemand die goed kan terugkoppelen. Daarnaast heb ik wel een bepaald kader nodig waarbinnen ik mij mag bewegen. Als manager had ik soms het idee dat de kaders klein waren. Te weinig bewegingsruimte voor mij. Dat had ook te maken met het feit dat personeelszaken soms de middelen heiliger maakten dan het doel. Een goed voorbeeld is ziekteverzuim. Als mensen ziek worden moet je contact met ze opnemen. Ik vind dat persoonlijk heel belangrijk omdat ik het ook fijn vind als mensen dat ook bij mij doen. Ik had regelmatig persoonlijk contact en dat moest dan in het systeem ingevoerd worden. Het systeem was heilig, niet het contact met die zieke medewerker, het gesprek en de kwaliteit van dat gesprek. De kwantiteit werd belangrijk. Het ging alleen om het invullen van lijstjes. Ook al was er geen gesprek geweest, als de lijstjes maar klopten. Afvinken. Dit kan niet de bedoeling zijn, dacht ik toen. Er was geen tijd meer voor ‘echte’ aandacht. Omdat er veel te veel opdrachtprojecten waren. Ik zat driekwart van mijn tijd te vergaderen, terwijl ik als manager graag die tijd bij mijn medewerkers was. De balans was weg.

Wat heeft gemaakt dat je de knoop hebt doorgehakt?

Het gevoel. Ik ben jaren voor mijn gevoel gevlucht, ik dacht dat het zo hoorde. Ik had er voor gekozen, dus moest het ook maar waarmaken. Ik  heb die stap vier jaar geleden naar Maastricht gemaakt , en wilde ik mij  bewijzen. Noem het een stukje professionalisme, uitgaande van het motto; ‘van hard werken is nog nooit iemand dood gegaan’. Terwijl je blijft vluchten voor je gevoel en niet stilstaat bij waar je ben je nou mee bezig bent. Dan werk je continue tegen je gevoel. Ik voelde dat gevoel wel, maar drukte het weg. Uiteindelijk kwam ik in de situatie dat ik thuis kwam te zitten, dan moet je iets met dat gevoel gaan doen, want daar heb je last van. Bij mij uitte zich dat in lichamelijke klachten. Van de haptonomie-, mindfulness- en ACT-cursussen heb ik geleerd dat je ook rust moet creëren. Dat wil niet zeggen dat je dan lui bent. Een boek lezen bijvoorbeeld brengt mij heel veel rust. Muziek luisteren ook. Alleen deed ik dat nooit meer, want ik moest nog even dit en nog even dat doen. Voornamelijk in het hoofd zitten van het moeten is nu veranderd in mogen. En als ik moe ben doe ik het niet. Het leren luisteren naar het eigen lijf is een kanteling geweest. Ik kwam tot het inzicht dat het ten koste ging van mijn gezondheid, gezin en mijn sociale contacten. Die zijn voor mij heel belangrijk. Dus toen moest ik een andere keuze maken. Ik werd min of meer gedwongen door mijn eigen lijf om anders in het leven te gaan staan. Ik liep te hard om carrière te maken en nam te weinig tijd om te kijken of ik wel de juiste beslissingen nam. Stond te weinig stil bij wie ik aan het worden was en wilde ik dit wel. Je creëert je zelf. Dat doe je onder andere door de buitenwereld. Je laat je ook creëren. Ik heb geleerd te overleggen met mezelf en mijn gezin. Gaan we nog de goede richting uit? Willen we dit wel? Wat willen we niet? Wat is belangrijk voor ons? Je merkt ook als je ouder wordt dat dingen minder belangrijk worden. Daarbij worden de evaluatiemomenten thuis steeds belangrijker. Het leven bestaat uit lijden. Je kunt lang en kortstondig lijden, dat heeft te maken met besluiten nemen. Het wil niet zeggen dat het dan meteen over is maar je kunt het dan wel loslaten en accepteren dat het zo is. Ik sta nu ook heel anders in het leven. Ik mag alles, ik hoef niet meer zo veel van mezelf, ik ben tevreden met wat ik heb en geniet elke dag waar dat ik mag opstaan. Dat ik gezond ben, dat mijn lijf het doet. Eigenlijk vanuit het Boeddhisme, dat mij getriggerd heeft. Die mensen leven meer in vrijheid. Je kunt jezelf ook vrijheid creëren. Vrijheid is niet afhankelijk van anderen. Ik dacht altijd, als ik maar alles kan doen wat ik wil ben ik vrij. Nee, ook als je rust, kom je tot vrijheid. Het Boeddhisme heeft me getriggerd toch anders met het leven om te gaan.

Hoe ben je met het Boeddhisme in aanraking gekomen?

Via de haptonomie. Ook het mediteren, de bodyscans, hebben mij geleerd veel beter naar mijzelf te luisteren. In het begin dacht ik, wat een bullshit, ik ga hier toch niet zitten mediteren. Geef mij maar een pilletje. Bij een gebroken arm is het makkelijker, gips erom heen en zes weken later is het klaar. Daarnaast ontstond er ook schaamte en een schuldgevoel. Een schuldgevoel dat ik thuis en op het werk niet meer functioneerde. Het gevolg was dat ik boos werd op mijzelf. Steeds maar beter, beter, beter mijn best doen, want dat had ik zo geleerd. Als je maar hard genoeg werkt komt het vanzelf. Dus niet! Je mag best hard werken maar je moet ook je rust momenten nemen. Dat heeft het Boeddhisme, in het hier en nu zijn, in het hier en nu leven, dat is wat het mij heeft geleerd.

Ik zag een mooie spreuk op een bord aan de muur.

Leer van het verleden, leef in het heden en geloof in de toekomst. De mooiste metafoor wat ik heb geleerd is: kijk eens naar buiten, je bent maar één keer op deze aarde. Wat doet de natuur? Een boom staat waar die staat, wortels heb je. Die boom veranderd in alle seizoenen mee. Wat er ook gebeurt, een storm komt voorbij, maar de boom blijft staan. Je kunt wel meebewegen in wat je overkomt, want die boom beweegt ook mee. Je moet kijken waar sta je nu voor, wie ben je? Dat is je basis. En daarom heen kun je meebewegen, dan blijf je flexibeler. Ik ben Esther en ik ben niet mijn werk. En ik dacht een tijd lang dat ik mijn werk was, ik dacht ook dat ik niet meer meetelde toen ik thuis was. En dat is gewoon flauwekul, want Esther is gewoon Esther. Nu kan ik weer genieten. Het is allemaal mindset. Ik geniet nu van de kleine dingen.

En als manager speelde je een rol?

Ja. Totdat tijdens het proces een goede vriendin van mij zij: ‘hè, hè, daar hebben we Esther weer’. Nu ken ik je weer. Esther, die ook de boel de boel kan laten. Kijken waar het schip strand. Eindelijk heb ik je weer terug. En toen dacht ik, ik heb de laatste 10 jaar een rol gespeeld. Daarvoor was ik ook projectleider, coördinator, dat vond ik prima. Onderdeel van het team. En als ik aan het management denk, dan ha ik het idee dat ik altijd het voorbeeld moest geven. Ik kon in die management rol gewoon mezelf niet zijn. Dat ging pijn op den duur doen. Ik was alleen maar bezig het intelligente meisje te spelen, die alles onder controle moest krijgen, terwijl ik diep in mijn hart totaal geen controlemens ben. Eigenlijk ben ik iemand die elke vijf jaar iets anders moet doen. En dat is het voordeel van projectmanagement. De meeste projecten duren vier à vijf jaar. Daarna pak je weer iets anders op. En ik denk dat dit ook qua ontwikkeling beter bij me past. Ik wil iets kunnen afronden en weer opnieuw kunnen beginnen. In een managementfunctie sluit je nooit iets af, je bent nooit klaar. In mijn managementrol werd ik geleefd. Mijn agenda zat van half negen tot zes boordevol. Ik had soms het idee dat ik niet kon ademen. In mijn huidige rol kan ik toegevoegde waarde leveren. Ik fiets weer fluitend naar mijn werk.

Het was niet makkelijk om aan te geven dat een andere rol beter bij mij paste. Gelijker tijd krijg ik te horen van collega’s dat zij het knap vinden dat ik voor mijzelf heb gekozen. Veel collega’s zitten al 20 jaar in dezelfde rol en hebben daar totaal geen lol meer in. Zo kan ik niet werken. Ik moet iets met passie doen. Als ik mijn passie verlies, dan stop ik.

Veel managers zien niet dat mensen zich ongelukkig voelen. Dat komt omdat er te veel op resultaat wordt gestuurd in plaats van op behoefte. Die twee moeten meer in balans zijn. Het gesprek moet gaan over waar je energie van krijgt en waar energie lekt. Kunnen we kijken of jouw energielek naar een ander kan die er wel energie van krijgt. Dan kun je wellicht een combi maken waardoor de medewerkers veel krachtiger en duurzamer blijven. Op die manier kan eenieder doen waar hij of zij goed in is en energie van krijgt.

Tijdens deze omwenteling heb je persoonlijk leiderschap geëtaleerd. Op welke manier zet je persoonlijk leiderschap in tijdens je huidige job?

Heel goed mijn agenda beheren. In mijn werk en ook privé. Door vragen te stellen als bv. ‘waarom moet ik bij die vergadering zijn?’ Door te vragen: ’wat verwacht je van me?’ en ‘wat verwacht je niet van me?’ En door goed te luisteren. Als ik kijk naar mijn ontwikkeling het afgelopen jaar dan heb ik geleerd een overleg in te gaan zonder oordeel. Wie er ook tegenover mij zit. Vroeger nam ik voor een gesprek allerlei doemscenario’s door. Met als doel de ander voor te zijn. Te kunnen anticiperen. Dat doe ik niet meer. Een gesprek loopt nu eenmaal toch zoals het loopt. Als me iets niet bevalt kan ik altijd zeggen dat ik er op terug kom. Dat geeft mij heel veel ruimte en rust. Wat mij ook heel veel rust geeft is dat ik nu met mensen werk en tussen mensen zit die mij energie geven. Gewoon s ’morgens even een kop koffie drinken, het weekend doornemen. Dat vind ik belangrijk. En daarna gewoon lekker werken. Wat mij ook rust geeft is dat ik mij soms even afzonder en een bodyscan doe. Die momenten gebruik ik ook om even na te denken. Dat kan ik moeilijker met mensen om mij heen. Daarnaast let ik goed op welke werkplek ik op zoek. Ik zoek plekken op met positieve energie. Mensen met negatieve energie vermijd ik. Heel bewust. Na mijn burn-out kan ik heel moeilijk tegen mensen die lopen te klagen. Dan neem ik heel bewust afstand. Dat zijn niet mijn behoeftes. Tevens maak ik onderscheid tussen het gedrag van iemand en de persoon zelf. Het kan zijn dat iemand iets doet waar ik het niet mee eens ben. Dat zegt niets over of ik die persoon mag of niet mag. Vroeger vermengde ik dat vaak met elkaar.

Wat heeft het meeste bijgedragen aan jouw veranderingsproces?

De ACT (Acceptance and Commitment Therapy, een nieuwe vorm van Gedragstherapie) heeft mij enorm geholpen. Maar ook met de opvoeding van mijn dochter. Kijk je krijgt geen gebruikers handleiding als een kindje geboren wordt en je wilt het als ouder altijd goed doen. Maar daar gaat het niet om. Het gaat erom dat het kind geborgen is. Rust, reinheid en regelmaat. Dat het aandacht krijgt. Ik heb geleerd dat er twee vormen van aandacht zijn. Aandacht voor de vorm en vormloze aandacht. Je moet een mengelmoes van deze twee hebben. Aandacht voor de vorm is dat je praat. Dat je bv vraagt ‘hoe voelt dat? Hoe denk je er zelf over?’ Geef haar de ruimte. Geef haar het vertrouwen. Probeer niet voor haar te lopen maar achter haar. Je moet zeven keer vallen om de achtste keer op te kunnen staan. Maar je moet wel leren vallen. Ik was voornamelijk bezig om haar niet te laten vallen. Op te vangen. Hierdoor creëer je geen zelfstandigheid. De ander bouwt op jou. Mam regelt het wel. Wat ik nu doe met haar, ze is inmiddels 14, dat ik meer quality-time heb. Dat zit hem vooral in de gesprekken die we voeren. Door haar mee te nemen in het feit dat het leven ook bestaat uit teleurstelling, hoogtepunten maar ook dieptepunten. Dat dat erbij hoort. Daardoor krijgen ze ruimte zich te ontwikkelen.

Met welke principes ben jij opgevoed?

Ik ben opgevoed met principes als: ‘van hard werken ga je niet dood’ en ‘Als je iets wil bereiken moet je hard werken’. Op die manier ben ik geworden wie ik ben geworden. Alleen dat trucje werkt nu niet meer. Dus ik moest het anders gaan bekijken. Inmiddels weet ik dat het niet verstandig is altijd 300 km per uur te rijden. Honderd is ook goed. Als je 300 km per uur blijft rijden gaat de motor een keer kapot. Ik moet tijd nemen om onderhoud te plegen. Om voor mezelf te zorgen. Een auto brengen we twee keer per jaar naar de garage voor een onderhoudsbeurt en wat doen we met ons lichaam? Niks. Doorgaan. Als we een pijntje voelen stoppen we er een tabletje in en gaan weer verder.

Op welke manier pleeg je nu onderhoud?

Meditatie. En ook sporten. Sporten is een manier waarbij ik goed kan afschakelen. Ik fiets elke dag. Ik neem ook de ruimte om een eigen programma te kijken op TV. Hoef niet de hele dag klaar te staan voor de ander. Te zorgen. Anderen kunnen ook heel goed voor zichzelf zorgen. Dat moet in balans zijn. We zijn op school altijd bezig met ‘inhoudsleren’ en ik hoop dat tijdens opleidingen meer aandacht komt voor dit soort thema’s. Ik denk dat dit heel goed zou zijn voor onze maatschappij. We zien heel veel jongeren die een burn-out krijgen. De druk van de maatschappij wordt groter. Tegenwoordig hebben we allemaal een smartphone. Ook die zorgt voor gigantische druk. Alles gaat sneller. We moeten daar met z’n allen in meegroeien. Daarnaast creëren we te weinig rust momenten. Kinderen moeten ook leren een boek te lezen, kinderen mogen zich best eens vervelen. Leren iets te doen zonder die smartphone. Afschakelen van de wereld waardoor je daarna weer energiek aan de slag kunt.

Hoe ziet dat er uit in jouw ideale wereld?

Het is zo jammer dat we de druk zo leggen op resultaat. Iedereen moet studeren om verzekerd te zijn van een goede baan. Maar is dat zo?  Moeten we niet veel meer kijken dat we iets doen waar we gelukkig van worden? Wat is er mis met een leuke job als schilder of metselaar? Die doelgroep moeten we ook begeleiden. Die moet ook gelukkig worden. Daarom ben ik ook bewust biologieles gaan geven op kader / LVO. Ik hanteer een andere methode. Ga met de leerlingen naar buiten. Laat de planten zien en voelen. Leerlingen hebben veel meer plezier. Doen veel meer hun best en behalen ook betere resultaten. De leerlingen doen het uiteindelijk zelf. Ik heb alleen maar gekeken hoe ik het beste uit ze haal. Een andere vorm van onderwijs. Het huidige onderwijs creëert eenheidsworsten. Terwijl ik vind dat ieder mens anders is. Ieder mens is authentiek.

Ik zeg altijd, je kunt cum laude slagen, arts zijn, professor zijn, een genie zijn. Als je niet kunt communiceren, je sociaal niet kunt inleven in iemand anders, ben je de slechtste dokter die er is.

Hoe typeer jij jezelf in vijf woorden?

Sociaal, krachtig, oplossingsgericht, zorgzaam en een goed hart.

Maak de zin af: ik ben pas tevreden als…

Ik gelukkig ben.

Welk soort project wil je als volgende starten?

Er moet dynamiek in zitten, mag niet te klein zijn. Langetermijn projecten, startend van het begin tot het einde. Dus niet er midden in vallen. In ieder geval een project wat toegevoegde waarde heeft voor de stad. Eén van de projecten die ik nu draai is onderwijs. Mooier kun je het niet hebben. Iets maken voor de kinderen die de toekomst hebben. Een mooie campus. Een betere baan kan ik toch niet hebben. Ik ben wel iemand van de processen, hoofdlijnen. Niet de details. En ik wil onderhandelen, dealen. Kijken waar iets te halen valt. Laat mij dat maar regelen.

Welke kenmerken moeten mensen in jouw (werk) omgeving hebben?

Ze moeten gezellig zijn. Positief. Energie uitstralen en mee kunnen denken. Daarnaast heb ik ook kritische mensen nodig in mijn team. Deze triggeren mij om net even een stapje meer te doen. Een mooie balans tussen creatieve mensen en mensen die kritische vragen stellen. Hoeveel gaat dat kosten? Hoe gaan we dat doen? Hoe lang duurt dat? Wat heeft dat voor consequenties? Dat soort vragen zijn wel belangrijk. Ik ben een verbinder, breng beide werelden bij elkaar en bewaak de resultaten.

Wat wil je de lezer nog meegeven?

‘Leef bij het moment en geniet van de kleine dingen’. En dan heb ik nog een mooie: ‘We verlangen voortdurend naar zekerheden maar die zullen niet bijdragen aan onze groei’.

Time to ACT

act

De ‘Acceptance and Commitment Therapy’ (ACT) vloeit voort uit het mindfulness gedachtegoed en brengt het beste uit verschillende werelden samen. ACT leert je een zachtaardige houding aan te nemen t.o.v. alles wat je denkt, voelt en ervaart, terwijl je tegelijkertijd op weg gaat om je doelen en dromen te verwezenlijken. ACT bewijst dat wetenschap en spiritualiteit elkaar niet hoeven te bijten. Sterker nog: ze vullen elkaar perfect aan! Bij een van de modellen binnen ACT wordt uitgegaan van een zestal hoekstenen, te weten; Mindfulness, Waarden, Toegewijde actie, Zelf als Context, Defusie en Acceptatie. Om een eerste indruk te geven volgt hieronder een oefening die je zelf makkelijk kunt doen om te onderzoeken welke waarden centraal staan in jouw leven. Waarden zijn voor jou belangrijke domeinen waarbinnen je van alles doet. Als je weet wat je werkelijk belangrijk vindt, dan weet je ook wat je allemaal kunt gaan ondernemen. Je onderzoekt dus in feite op welk terreinen van je leven jij graag een feestje zou willen bouwen. Veel succes!

Oefening: De Waarden top 10

Doel: waarden hiërarchisch indelen.

Hieronder staan twaalf waarden. Bedenk welke je het belangrijkst vindt in je leven en welke minder

belangrijk voor je zijn. Geef ze een cijfer en maak zo een persoonlijke top 10. Daarbij is 1 het belangrijkst en 10 het minst belangrijk. Gebruik elk cijfer maar één keer.

Mijn waarden:

____   Vriendschap ____   Persoonlijke groei

____   Betrokkenheid ____   Ambitie

____   Liefde ____   Schoonheid

____   Respect ____   Creativiteit

____   Integriteit ____   Inspiratie

Schrijf op waarom de waarde met nummer 1 belangrijk voor je is. Kun je ervaringen noemen uit je verleden waarin deze waarde een belangrijke rol heeft gespeeld?

Meer weten? Bel gerust: 06-835 96614

Bron: http://www.timetoact.nl

Boekbespreking: Druk, druk, druk, over vitaliteit en stressbestendigheid

druk druk druk

Druk, druk, druk hebben we het allemaal wel eens, maar het mag natuurlijk niet zo zijn dat dit je leven gaat beheersen en je er echt stress van krijgt. Dit boek helpt je om zelfstandig, zonder hulp van buitenaf, meer grip op je eigen vitaliteit te krijgen, zodat je ernstiger gevolgen als een burn-out of bore-out voorkomt.

In heldere, toegankelijke taal biedt dit boek je een praktische aanpak om spanningsverschijnselen te voorkomen of te verminderen. Je leert de irrationele, stressverhogende gedachten die je hebt om te buigen naar reële gedachten die minder heftige emoties losmaken. Hierdoor voorkom je stress en geniet je meer van je leven!

Op het lichamelijke vlak is het belangrijk dat je je voldoende ontspant. In het boek vind je een eenvoudige ademhalingsoefening en een ontspanningsoefening om voelbare, lichamelijke spanningsklachten in je lichaam, zoals hoofdpijn of een stijve nek, direct en in korte tijd aan te pakken. Wie last heeft van te veel spanning, is over het algemeen vooral bezig met dingen die gebeurd zijn of dingen die nog moeten komen. De inzichten en oefeningen van mindfulness leren je bewuster te leven in het hier en nu in plaats van op de automatische piloot.  Je vitaliteit en plezier in het leven nemen toe als je daadwerkelijk je mooie plannen en voornemens uitvoert. De centrale vraag hierbij is: Leef je of wordt je geleefd? Vervang bij dit vraagstuk ‘ik moet door ik wil’ en je merkt het verschil. Goed timemanagement zorgt dat je bewuster om gaat met je tijd, prioriteiten stelt en tijdvreters aanpakt, zodat je weer baas wordt over je eigen tijd.

In het hoofdstuk ‘tot hier en niet verder’ leer je op een goede assertieve manier je grenzen aan te geven en nee te zeggen, zonder de ander daarbij te kwetsen. Wanneer we kritiek krijgen schieten we vaak in de verdediging en raken verwikkeld in een vervelende woordenwisseling. In het boek krijg je een aantal tips hoe anders om te gaan met kritiek op een manier die veel minder spanning oplevert.

De vele voorbeelden geven je een gevoel van herkenning en met de oefeningen in dit praktische doe-boek kun je direct aan de slag. Je zult zien dat je zelf heel wat kunt doen om het leven leuk te houden.

Algemene tips voor een vitale leefwijze:

  • Zorg dat je je niet hoeft te haasten om afspraken na te komen.
  • Rond je werk af, neem geen werk mee naar huis.
  • Zorg voor voldoende slaap.
  • Matig het gebruik van stimulerende middelen (tabak, koffie en alcohol)
  • Let op je voedingsgewoonten. Probeer gezond te eten. Vermijd te vet eten en veel suiker.
  • Neem voldoende pauzes tussen je activiteiten. Bv om te eten of te wandelen.
  • Bied problemen het hoofd op het moment dat ze zich voordoen.
  • Krop je emoties niet op.
  • Zorg voor voldoende lichaamsbeweging.
  • Maak af en toe contact met het hier en nu.

Quote van de maand oktober

als de moed in je schoenen zakt

Wie ben ik?

Omgaan met weerstand

Meer dan 25 jaar ervaring als leidinggevende in het MKB en verenigingsleven en een post-HBO- opleiding tot Coach Practitioner vormen mijn basis. Mijn verbinding met de filosofische achtergrond van de judosport en het bezoek aan de Japanse cultuur heeft geleid tot de ontwikkeling van mijn levensmotto; ‘samen winnen door meeveren’. Zo heb ik geleerd een wezenlijke bijdrage te kunnen leveren aan het welzijn van de mens binnen zijn organisatie.

Persoonlijke aandacht, respect, verbinding, innerlijke vrijheid en gezondheid zijn mijn kernwaarden.

De wens om volgens mijn eigen inzichten en principes vorm te geven aan de begeleiding van individuen en groepen heeft mij gestimuleerd om een eigen bedrijf te starten in interactiemanagement. In stresssituaties weet ik eigenschappen als positiviteit, humor, oplossingsgericht denken, plannen en organiseren maximaal te benutten t.b.v. een vitale en toekomstgerichte organisatie.

Vanwaar persoonlijke ontwikkeling en energiek leiderschap?

Vanaf het moment dat ik als 18-jarige leiding gaf aan pupillen, binnen een judo-vereniging, heeft mij de vraag geboeid hoe je als leider mensen zo goed mogelijk in positie kunt brengen. Coachen voelt dan ook niet alleen als een hobby, maar ook echt als een voorrecht.

We leven in een hectische wereld, er wordt van alles en nog wat in super hoog tempo van ons verwacht. De technische ontwikkelingen gaan harder dan ooit tevoren. Wordt er nog goed gecommuniceerd? Bouw je voldoende rust in voor je zelf? Beweeg je wel voldoende? Hoe ga je om met al die verwachtingen uit je omgeving? Lig je ‘s nachts wel eens wakker? Hoe hoog leg je de lat voor je zelf?

Kortom, ik help mensen die met wéérzin naar hun werk gaan, zodat ze weer zin in hun werk krijgen.

Mijn aanpak bevordert autonomie, zingeving en meesterschap. Een drietal kernelementen die cruciaal zijn op het gebied van intrinsieke motivatie. Een eigenschap die er voor zorgt dat mensen gezond ouder worden. Dit is een item dat momenteel zowel privé als werk gerelateerd hoog in het vaandel staat.

Ook drink ik graag een kopje koffie (of thee) met je in een persoonlijk gesprek om o.a. hierover van gedachten te wisselen.

Meer weten?

Bel gerust voor een afspraak op 06-835 966 14

Wat is jouw visie? Heb je een leuk onderwerp voor het volgende magazine? Of ken je iemand die graag geïnterviewd wil worden? Laat het mij weten.

Met enthousiaste groet,

hugo 2
handtekening naam
Reacties uitgeschakeld voor Online magazine Méér uit Mensen, oktober 2019

Ik help mensen die wéérzin hebben in hun werk zodat zij weer zin krijgen om te werken.